Op weg naar Pasen en Pinksteren te midden van de corona-crisis

Het is een onwerkelijke situatie, waarin dit voorjaar Acta Medica Catholica tot stand kwam. We waren op weg naar Pasen, midden in de veertigdagentijd, en nu op weg naar Pinksteren. Kerkdiensten zijn afgelast en iedereen dient thuis te blijven, tenzij voor noodzakelijke verplaatsingen. Artsen en verpleegkundigen leveren een heroïsche prestatie in het bieden van zorg aan diegenen die door het virus geïnfecteerd zijn. De maatschappij komt zowat tot stilstand. Een klein teken van troost en solidariteit: overal hangen witte lakens uit de ramen en mensen klappen en zingen voor de zorgprofessionals. En zo gaan we op weg naar de Goede Week, waarin we het ‘trieste hoogtepunt’ van het menselijke lijden herdenken, een lijden dat onze God op zich heeft willen nemen, door mens te worden en het kruis te dragen, om glorierijk uit de dood op te staan. Een schrale troost voor hen die aan het corona-virus overlijden? Een doekje voor het bloeden dat het christelijke geloof ons biedt? In ieder geval verschilt de reactie van de gelovige van die van de ongelovige – als het goed is – door een grotere overgave, wat minder angst, omdat hij weet: de dood heeft niet het laatste woord. En een virus nog minder. 

Maar ondertussen is er de zorg voor de zieken, de maatregelen ter voorkoming van de verdere verspreiding van het virus. Gelukkig heeft België een groot aantal bedden voor intensieve zorgen. Het medisch personeel zet zich schrap om de piek aan besmette personen op te vangen. Hoe lang gaat dit duren? Welke zijn de gevolgen voor de samenleving? Hoeveel mensen gaan hun werk verliezen, hoeveel bedrijven hun deuren sluiten? Hoeveel gaat ons dit allemaal kosten? De westerse samenleving, die dacht alles onder controle te hebben, davert op zijn economische grondvesten. De beurzen crashen. Was geld en welvaart dan toch onze God? 

Hoe kan God iets dergelijks toelaten? Wat is de plaats van coronavirussen in Gods scheppingsplan? We worden opnieuw geconfronteerd, op een onverwachts heftige wijze, met het mysterie van het kwaad: natuurlijk kwaad in de vorm van wat je hier een virale natuurramp zou kunnen noemen; moreel kwaad, het onverantwoordelijk handelen van mensen, in China wellicht door de manier waarop de pandemie is ontstaan, door overheden die de ernst van de situatie niet goed hebben ingeschat, door individuele mensen die de afgekondigde maatregelen niet voldoende in acht nemen.

De corona-crisis is een ware beproeving. We worden getest op onze weerbaarheid, fysiek, mentaal en spiritueel, als individu, als volk, als mensheid. Gezondheid is geen vanzelfsprekende zaak in de schepping waarin God ons heeft geplaatst. Gezondheid is net als het leven zelf allereerst een gave, iets dat wij onverdiend ontvangen. Dat gaan we zoals altijd pas beseffen als we het verliezen. Onze fundamenten vallen weg. Waar moeten we ons nu aan vastklampen? 

De geneeskunde is – net zo goed als het leven zelf en de gezondheid – een godsgeschenk. Dat weten joden en christenen op basis van de Bijbelse en religieuze traditie waarin zij over de millennia opgegroeid zijn. Zien de agnost en de atheïst het vooral als een menselijke prestatie, de gelovige weet dat die mens zijn bestaan en zijn medische vaardigheden uiteindelijk aan God zelf te danken heeft. En dat de beproeving, in de vorm van ziekte, ook van pandemie, hoewel verschrikkelijk, ook een aanleiding kan zijn tot bekering, zuivering, een voorbode van iets beters, omdat, zoals Augustinus ons leerde, God uit het kwade (van de pandemie) het goede kan doen ontstaan. God heeft ons geen ‘easy’ wereld geschonken, maar een wereld waarin welzijn en beproeving elkaar opvolgen, waarbij – als wij er goed mee omgaan – overwinning het eindstation is, daar waar alle leed geleden is. 

Ons bestaan leest als een spannend boek. De auteur is fundamenteel goed en de afloop, indien wij onze vrijheid goed benutten, evenzo. De uitdaging bestaat erin uit vrije wil goed op de beproevingen van het leven te reageren. 

Zien we dat al niet een beetje? De enorme solidariteit die in onze individualistische samenleving zowat verdwenen leek, bloeit onverwachts op. Het applaus van uit de ramen van de huizen en appartementsblokken, dat klinkt voor de zorgverleners, het christelijke ‘We shall overcome” dat men zingt. Kondigt zich een nieuwe lente aan van menselijke betrokkenheid en saamhorigheid en … geloof? 

Ten slotte zet de pandemie ons gelovigen op een ‘vasten’ als het gaat om het bijwonen van liturgische vieringen en het ontvangen van sacramenten. Maar ligt daar ook niet een kans voor elke gelovige, zorgprofessional of niet, de waarde van zijn persoonlijk gebed te herontdekken, de geestelijke communie te beoefenen, in plaats van een fysieke communiegang die we te vaak te routineus beleven? Onze fouten voor God in de stilte van ons binnenste te kunnen bekennen, om ze later nog een keer in het boetesacrament te deponeren. Onze betrokkenheid door de sociale netwerken en modern communicatiemiddelen kunnen we inzetten om elkaar ‘virtueel’ maar toch ook heel reëel te ontmoeten. 

Laten we de kansen benutten om deze beproeving ten volle te gebruiken om er het beste uit te halen en zo opstaan uit de ‘dood’ die ons nu lijkt te overkomen, of sommigen ook werkelijk overkomt. Laten we opstaan tot werkelijk christelijk solidair leven, met de wetenschap dat dood, in welke vorm dan ook, voor God nooit het laatste woord heeft. Zalig Pasen! 

Vincent Kemme
Hoofdredacteur Acta Medica Catholica
Biofides

Lees ook: La Pandémie Post-Covid-19 – Perspectives socio-médicales – Bernard Ars, M.D., Ph.D., Président de la Fédération Internationale des Associations de Médecins Catholiques (FIAMC).