Geschiedenis: van 1964 tot 1972

Dr. Paul Deschepper

Het jaar 1964 zal bij iedere arts berucht blijven door de gebeurtenissen in verband met de wet Leburton. De Brusselse CVP- jongeren kenden aan de Belgische Sint-Lucasvereniging de prijs toe van ‘Lamme Goedzak’, omwille van hun afwachtende houding en afwezigheid van stellingname. De redactie dankte ze daarvoor in een laconisch editoriaal.

De raad van bestuur van 9 januari 1964 werd voorgezeten door Dr. De Gheldere, voorzitter van de Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas. De meditatie werd verzorgd door de nieuwe proost van de Association: E.P. Delepierre S.J.. Prof. Haven gaf zijn ontslag als voorzitter van het Verbond. Hij werd opgevolgd door Dr. Libbrecht.

De vergaderingen van de geneesheren-moralisten en het Medicosociaal en Beroepssecretariaat kenden verder een groot succes.
De Cercle de Saint-Luc de La Louvière organiseerde de Nationale Statutaire vergadering van 18 oktober 1964. Dertien Gilden en Associations waren vertegenwoordigd. Dr. De Gheldere overhandigde aan Dr. Thulliez, secretaris-generaal sedert vele jaren, de pauselijke onderscheiding van Commandeur in de Orde van Sint-Sylvester.

Het eerste Europees Congres van Katholieke Geneesheren vond plaats te Malta van 6 tot 10 september 1964. E.P. Delepierre en vijf Belgische geneesheren namen eraan deel. Het jaar 1964 was succesvol, niet alleen financieel maar ook voor wat betreft het ledenaantal: dit nam toe met 200 tot 1200 betalende leden.

De jaargang 1965 begint met een gewetensonderzoek: in het editoriaal verschijnt een reactie op vragen van collega’s in verband met de reden van bestaan van de ‘oude’ Geneesherenvereniging Sint-Lucas. Daar wordt geponeerd dat Sint-Lucas géén oud-studentenvereniging is, géén club voor (para)medische cultuur, géén wetenschappelijk vereniging, géén christelijke syndicale beroepsvereniging, géén filantropische organisatie, géén Orde van Katholieke Geneesheren en géén vrome congregatie! De kwestie wordt herleid tot de vraag of er onderscheid kan gemaakt worden tussen een katholieke geneesheer en een ongelovige competente en gewetensvolle collega? Het onderscheid zit hem op de manier waarop de katholieke arts dialogeert met zijn patiënt, op de wijze waarop hij zich dienstbaar maakt, hem verzorgt en begeleidt. De voornaamste reden van bestaan van Sint-Lucas is vervat in het feit dat het een gemeenschap is van gelovige geneesheren, voor wie het katholiek zijn méér is dan traditie of folklore, maar integendeel een levensopdracht inhoudt, als het ware fungeert als een cel van de Kerk. Het is ook een plaats van sociale en morele herbronning. Deze verrijking leidt tot een dieper christelijk getuigenis, niet alleen tegenover zijn patiënten maar ook ten opzichte van collega’s. De Geneesherenvereniging Sint-Lucas is de vereniging van geneesheren-getuigen van Christus, niet alleen individueel maar ook collectief.

De Statutaire Jaarvergadering vond plaats te Sint-Niklaas op 24 oktober 1965. De Franstalige verslaggever gaf toe dat Sint-Niklaas voor hem “un trou perdu dans les Flandres” betekende. Hij was echter aangenaam verrast een levendige stad te ontdekken: “Quant à Saint-Nicolas, elle est devenue en quelques années une ville de très grande allure, avec boulevards, parcs, bassins et jets d`eau…  .” Voorzitter Dr. de Gheldere onderlijnde nogmaals dat de Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas bewust afzijdig is gebleven in het conflict tussen de beroepsorganisaties en de regering in verband met de wet Leburton. Deze gebeurtenissen hebben echter wel een nefaste invloed gehad: de aandacht van veel geneesheren werd vaak afgeleid naar zuivere beroepsbelangen. Dr. Balis uitte de wens de oplage van het Sint-Lucasblad/Saint-Luc Médical op te drijven tot 2000 exemplaren. Dit zou, volgens zijn persoonlijke mening, zonder veel inspanning kunnen bereikt worden. De collecte in de Collegekerk ten bate van de A.M.A.C. (Assistance Médicale à l’Afrique Centrale) werd voor de helft geschonken aan pater Dr. Lemmens, geneesheer en missionaris op Celebes. Voorzitter van A.M.A.C. was Prof. Lederer. Veertien hospitalen (11 in het voormalig Belgisch Kongo, 2 in Ruanda en één in Burundi) werden bediend door zeventien Belgische geneesheren. Zij werkten ook samen met andere katholieke organisaties zoals Medicus Mundi.

Saint-Luc Médical (Franstalige katern) van januari 1966 is geheel gewijd aan de problemen van de seksualiteit en de geboorteregeling. Merkwaardig detail: op het eerste blad is er een advertentie voor Lyndiol 2.5 ! Prof. Heylen besluit het nummer met een bijdrage over ‘Vie conjugale et équilibre humain’. De Nederlandstalige katern bevat een artikel van Prof. Dr. C.P. Sporken over: ‘Medische ethiek en levensverlenging’.
Op 20 januari 1966 had de Gilde van Sint-Niklaas de eer Prof. Max Wildiers als spreker te mogen verwelkomen. Hij gaf een briljante voordracht over ‘Het probleem van het lijden’.
Het bestuur van de Association vergaderde op 21 april 1966 te Namen. De kring van Namen organiseert ‘foyers médicaux’ om beurten bij de verschillende leden. E.P. Troisfontaine stichtte ook te Namen een kring van medische deontologie. Dit initiatief ging niet direct uit van Sint-Lucas: het richtte zich tot alle geneesheren en de studenten van de faculteit geneeskunde.

De statutaire jaarvergadering vond plaats te Brussel op 6 november 1966 in de zaal Johannes XXIII van het klooster der karmelieten. Zijn Eminentie kardinaal Suenens hield voor een publiek van 100 personen een voordracht over: ‘De taak van de geneesheer in de wereld en de Kerk’. Tijdens de hieropvolgende statutaire vergadering deelden de Aalsterse collega’s mee dat zij twee echtgenoten van artsen in het bestuur hadden opgenomen. Zij bleken zeer goede propagandisten te zijn! E.P. Delepierre nam het voornemen de Leuvense kring nieuw leven in te blazen. De kringen uit Charleroi en Verviers zijn ook ingesluimerd, mogelijks door de syndicale verdeeldheid na de artsenstaking van 1964. Op het einde van de vergadering gaf Dr. Balis zijn ontslag als Nederlandstalige hoofdredacteur van het Sint-Lucasblad. Dr. Hugo Janssens volgde hem op.

De raad van de Associations de Saint-Luc vergaderde te Namen op 13 april 1967. Dr. Laduron, voorzitter, had de vergadering georganiseerd met het doel een actie op touw te zetten om de jonge geneesheren hulp te verlenen. Deze bleken onvoldoende voorbereid op hun taak als omnipracticus. Tijdens het vierde doctoraat zouden drie informatiedagen georganiseerd worden en daarbij had men de bedoeling stages te organiseren bij bekwame huisartsen. Dit alles met de goedkeuring van de Geneeskundige Faculteit te Leuven en de Kring van Oud-Studenten van Leuven.
Dr. Lederer en Dr. Van Grunderbeek deden een oproep aan alle Sint-Lucaskringen in het hele land om de A.M.A.C. en Medicus Mundi te steunen. Op initiatief van Dr. J. Kluyskens financierde de Gilde van Gent een stage van een Kongolese arts aan de Universiteit te Gent. Hij werkte vijf maanden in de dienst chirurgie.

Een veertigtal collega’s kwamen samen te Mons op 5 november 1967 voor de jaarlijkse statutaire vergadering. Dr. de Gheldere, voorzitter, analiseerde de toestand op nationaal vlak. Er waren onder andere problemen ten gevolge van de veroudering van de leden en hij wenste een andere houding van ‘gearriveerde’ collega’s tegenover de jongeren. De penningmeester Dr. M. Thulliez kondigde een batig saldo aan voor 1966; hij herinnerde aan de deficitaire jaren 1960-63.

Dr. Goedseels, stichter van de Société Médicale Belge de Saint-Luc, overleed op 13 april 1968. Hij was één van de actiefste medewerkers: jarenlang was hij secretaris-generaal. Deze taak heeft hij moeten overlaten aan zijn opvolgers Dr. Thulliez en Dr. Kivits wegens toenemende circulatoire oogstoornissen. Het einde van zijn leven leefde hij teruggetrokken in Pessoux als blinde. Zijn enige troost, zijn trouwe echgenote, ontviel hem in november 1966.
De Gentse Gilde organiseerde de nationale vergadering op 13 oktober 1968. Kanunnik De Beul, proost van de Gentse Gilde, gaf een uiteenzetting over: ‘Betekenis en doel van Sint-Lucas’. De Eucharistieviering werd gehouden in de crypte van de Sint-Baafskathedraal in aanwezigheid van Zijn Excellentie Mgr. Van Peteghem. Dr. M. Thulliez, adjunct-secretaris-generaal, verving Dr. Kivits. Hij herinnerde aan zijn conclusie te Mons: “Notre Société souffre d’un déficit chronique de sang neuf”. Hij stelde ook enkele therapeutische maaatregelen voor: hij pleitte voor het organiseren van debatten waar jongeren actief zouden kunnen meewerken; hij pleitte ook voor materiële steun aan onze collega’s die in de ontwikkelingslanden werken. Op een vraag van een jonge arts die vroeg wat Sint-Lucas eigenlijk is, antwoordde Prof. Van Gehuchten zeer gevat: “Het is de vereniging van katholieke geneesheren, getuigen van Christus, die proberen hun geestelijk leven te verdiepen en trachten hun beroep als medicus christelijk te beleven”. Dr. Thulliez besluit zijn betoog met een gezegde van Bernanos: “Quand la jeunesse se refroidit, le monde entier claque des dents…”

Op 25 juli 1968 verscheen de Encycliek Humanae Vitae. De Franstalige en de Nederlandstalige tekst verschenen in Saint-Luc Médical/ Sint-Lucasblad. Op 30 augustus 1968 publiceerden de Belgische bisschoppen een toelichting op de encycliek. “Zelden heeft een document van het kerkelijk leergezag zo levendige aandacht en, wat sommige punten betreft, zo uiteenlopende gevoelens opgewekt als de Encycliek Humanae Vitae en dit niet alleen bij de katholieken, maar over gans de wereld… Het brengt ons immers in contact met het huwelijks- en gezinsleven, een totaliteitsopvatting van de mens, waarin twee positieve en essentiële uitzichten naar voren komen: de echtelijke liefde en het verantwoord ouderschap.” En verder: “Indien wij evenwel niet voor een onfeilbare, en dus onherroepelijke verklaring, staan – dit is in een wereldbrief meestal niet het geval en deze encycliek maakt er geen aanspraak op – dan zijn wij niet verplicht tot een onvoorwaardelijke en absolute instemming, zoals die vereist is voor een dogmatische definitie.”

Het editoriaal van Sint-Lucasblad nr. 1 jaargang 1969, is van de hand van de redactiesecretaris Dr. Vandenberghe. Hij feliciteert Dr. Hugo Janssens voor zijn benoeming aan het Academisch Centrum voor Huisartsen te Antwerpen en te Leuven. Met spijt neemt hij akte van zijn ontslag als hoofdredacteur van het Sint-Lucasblad. Gedurende vijf jaren heeft hij ‘het vaandel gedragen in weer en wind’. Hij dankt het R.K. Artsenblad uit Nederland voor de talrijke interessante artikels die hij mocht overnemen en is van plan dit voort te zetten, vnl. in verband met de discussies omtrent Humanae Vitae.

Op 24 april 1969 overleed de Franstalige hoofdredacteur Dr. Roger Van Grunderbeeck. Als jonggehuwde vertrok hij in november 1938 naar Kongo waar hij in het kleine hospitaal en het melaatsenkamp van Bwamanda (Ubangi) de eerste geneesheer wordt. Van 1951-57 zal hij zijn kennis ten dienste stellen van het missieziekenhuis van de Witte Paters te Fataki. Hij stichtte daar een heel net van dispensaria voor de profylaxe van besmettelijke ziekten. In 1958 kreeg hij een leidende functie in Katanga. Na de onafhankelijkheid van Zaire in 1960 breekt voor hem een zeer zenuwslopende en moeilijke periode aan. Einde 1962 keert hij naar België terug en begint op zijn vijftigste jaar een praktijk als omnipracticus in Brussel. Hij werd nadien een actief lid van Sint-Lucas en wijdde zijn beste krachten als hoofdredacteur van het Lucasblad en aan A.M.A.C. – Medicus Mundi. Dr. Wibo, stichter en erevoorzitter van Sint-Lucas nationaal, bracht hem een welverdiende hulde. Hij was de fervente en onvermoeibare werker met als motto: “Uit zichzelf treden en zich geven aan de anderen”.

Zijn opvolger Dr. De Guchteneere moest kort nadien, in nr. 4 van Saint-Luc Médical 1969, het In Memoriam schrijven van Dr. Maurice Wibo, overleden op 11 september 1969. Hij studeerde aan de U.L.B. en promoveerde in 1903 met de grootste onderscheiding. Als student was hij reeds voorzitter van de katholieke studenten aan de U.L.B. en redacteur van hun tijdschrift ‘L’Universitaire Catholique’. Samen met Dr. Goedseels stichtte hij in 1922 de Société Médicale Belge de Saint-Luc. Dr. Wibo volgde de eerste voorzitter Prof. Morelle op in 1926. Hij bleef voorzitter gedurende 25 jaar. Hij was ook de stichter en voorzitter van ‘La Ligue de la Moralité Publique’ tot aan zijn dood op 91-jarige leeftijd. Later werd deze stichting omgedoopt tot ‘Centre d’Action Morale et Sociale’. Hij bleef een moedig man niettegenstaande zware familiale beproevingen. Hij had een drukke praktijk als oogarts en wijdde zich avond op avond aan vergaderingen met een professioneel en charismatisch karakter. Hij was niet alleen een zeer harde moedige werker maar ook een joviale en gulle persoonlijkheid. Zijn leuze was: “Geen economie, geen besparing van eigen krachten”.

Op 14 juni 1969 vergaderde het Comité van de Europese Verenigingen van Katholieke Artsen te Parijs. Waren vertegenwoordigd: Duitsland, België, Frankrijk en Zwitserland. Deze vergadering had tot doel een tekst op te stellen voor de Europese Bisschoppenconferentie te Chur over de huwelijksproblemen en de seksualiteit (cfr. Humanae Vitae). Uit het document dat ongeveer twee bladzijden beslaat, halen wij twee paragrafen aan: “Met reden neigen de huwelijksparen meer en meer hun individuele daden te beoordelen in het licht van het dynamische geheel van hun huwelijksleven: trouw, overgave aan de andere, vruchtbaarheid, materiële en geestelijke bijstand. De referentie tot louter biologische normen aanvaarden zij niet meer als criterium voor de waarde van hun gedrag. Zij verkiezen de gedragingen die de algehele ontplooiing bevorderen van persoon, koppel en gezin.” De tekst werd achteraf goedgekeurd door de landen die geen afvaardiging hadden gestuurd: Engeland, Oostenrijk, Denemarken, Italië, Spanje, Luxemburg, Malta, Nederland en Portugal.

Op 15 en 16 november 1969 vond te Brussel het Colloquium plaats van het Europees Verbond van Katholieke Geneesheren. De proost Mgr. Harris van Liverpool, Dr. Faruja uit Malta, en Prof. Wurmeling uit Duitsland, verleenden hun medewerking. Tegelijk vond de jaarvergadering plaats onder het voorzitterschap van Dr. Libbrecht. Hij volgde Dr. de Gheldere op in januari 1969. Dr. Kluyskens werd voorzitter van het Verbond.

De jaargang van 1970 bevat tal van artikels, overwegend over problemen van huwelijk en seksualiteit. Prof. Paul Sporken publiceerde ook een bijdrage over ‘Vijftig Jaar Medische Ethiek’ in het Katholiek Artsenblad.
Van 11-14 oktober 1970 vond te Washington het XIIde Congres van de F.I.A.M.C. plaats onder het voorzitterschap van Dr. Alimurung (Filippijnen). Het thema luidde: ‘Conservation of Life’.

De algemene vergadering van 24 oktober 1970 vond plaats te Namen. De meest actieve Gilden van Aalst, Brugge, Gent en Sint-Niklaas gaven een verslag van hun activiteiten. Voor wat de Association betreft, bleken de kringen van Brussel Namen en Luik een goede werking te vertonen. Dr. Marchandise, voorzitter van de Association, beklaagde zich over een toenemende onverschilligheid.

Pater Dr. Walter Colin van de abdij van Maredsous, wenste de traditie van de Geestelijke Weekends te Maredsous voort te zetten. Deze vonden plaats op 5-6 juni en op 4-5 september 1971.

Het Internationaal Congres over Abortus vond plaats in het Congressenpaleis te Brussel op 16 en 17 oktober 1971. Prof. Dr. Schockaert sprak over ‘Therapeutische abortus’, Prof. Guilmot over ‘Abortus en psychopathologische problemen’, Mgr. Heylen over ‘Morele problemen in verband met abortus’ en Prof. Dierkens over ‘Juridisch aspect van het abortusprobleem’. Vijf buitenlandse sprekers gaven een overzicht van de problematiek van abortus in hun land. Alle voordrachten werden uitgegeven in een speciaal congrescompendium en uiteraard ook in Saint-Luc Médical/Sint-Lucasblad.

De Fédération Européenne des Associations de Médecins Catholiques hield haar congres in München van 23-27 mei 1972. Een tweehonderdtal deelnemers bestudeerden de problemen van de seksuele opvoeding.
Bij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas werd op 15 oktober 1972 een studiedag georganiseerd over ‘Problemen rond de ongewenste zwangerschap’. Dit vond ook plaats in het Congressenpaleis te Brussel. Als sprekers traden op: Prof. Dr. Van De Kerckhove (Gent), E.H. Gerratz (Luik), Mr. Billiet (Gent) en Mevr. Maistriaux (Brussel). Prof. P. Van Gehuchten, erevoorzitter, publiceert een artikel waarin hij een mooi overzicht geeft van vijftig jaren activiteit.

(wordt vervolgd)