Geschiedenis: van 1958 tot 1963

Dr. Paul Deschepper

In het kader van de wereldtentoonstelling van 1958 te Brussel nam de Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas het voornemen de Eerste Katholieke Wereldconferentie van de Gezondheid in te richten onder het thema: ‘Christendom en Gezondheidszorg’. Dit congres overkoepelde volgende activiteiten: het 8ste Internationaal Congres van Katholieke Geneesheren, het 5de Internationaal Congres van Katholieke Apothekers, het 6de Internationaal Congres van Katholieke Verpleegsters en het 1ste Internationaal Congres van de Katholieke Federatie van Ziekenhuisinrichtingen. De opening vond plaats op 27 juli 1958 met een plechtige H. Mis in de Basiliek van Koekelberg. Drieduizend deelnemers uit 60 landen namen eraan deel. De raad van bestuur van de Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas schonk bij die gelegenheid een Sint-Lucasbeeld aan de Basiliek van Koekelberg. De som van 300.000 Bef werd opgebracht door een inzameling onder de verschillende Gilden en Associations.
Paus Pius XII richtte zich tot de congressisten via een toespraak voor radio en televisie. Z. Exc. Mgr. Suenens hield een opgemerkte inaugurale toespraak over:Christianisme et Santé. In de besluiten noteren wij de wens van een totale en vertrouwvolle samenwerking tussen de verantwoordelijken voor de gezondheidszorg. Men wenste de oprichting van een raad van ‘equipeleiders’ in alle ziekenhuizen. De medische hulpverlening moet een menselijk imago hebben in alle geledingen van de gezondheidszorg. In de besluiten wordt verder de hoop uitgedrukt op een nauwere samenwerking tussen de behandelende geneesheer en de ziekenhuizen. Aan de regering vroeg men de toegang tot de hospitalen te vergemakkelijken voor de bedienaars van de eredienst. Men was zeer bezorgd om het welzijn van de bevolking in de minder ontwikkelde gebieden. Hiertoe dienden betere contacten georganiseerd te worden tussen de medische instanties en de overheid. Er werd ook een lans gebroken voor een betere opleiding van het administratief personeel in de ziekenhuizen door beroep te doen op specialisten op gebied van bedrijfsorganisatie.

In 1958 waren er acht Nederlandstalige Gilden: namelijk te Aalst, Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Hasselt, Leuven en Turnhout. De acht franstalige Sociétés waren: Ath-Lessines, Bruxelles, Charleroi, Liège, Mons, Namur, Tournai en Verviers. Daarbij was er te Brussel een studiegroep van Dokters en Moralisten. Gent telde in 1958  115 betalende leden, Limburg had er 129. Te vermelden valt de voordracht van Dr. Paul Janssen te Turnhout op 13 februari 1958 over: ‘R 875 of Palfium’. Dr. Dia Severeijns, lid van de Nederlandstalige Gilde van Brussel vertrok op 13 september 1958 naar Bolivië. Zij wijdde zich totaal aan de zorg van de mijnwerkers van Potosi, gelegen op 4000 m hoogte. De mijnwerkers werden daar zelden ouder dan 35 jaar door hongerlonen, ondervoeding, tuberculose, venerische ziekten, alcoholisme en totaal gebrek aan de meest elementaire hygiënische voorzieningen.

In 1959 was het Verbond van Vlaamse Gilden als volgt samengesteld: voorzitter Prof. Dr. M. Renaer; ondervoorzitter Dr. A. De Haene uit Brugge; secretaris Dr. A. Balis uit Brussel; hulpsecretaris Dr. H. Janssens uit Antwerpen; raadgever Dr. Raskin uit Hasselt. Het bestuur van de Associations was als volgt: voorzitter Dr. R. Fanuel uit Thy-le-Château, ondervoorzitter Dr. Ch. de Gheldere uit Boussu, secretaris Dr. J.M. Dossin uit Genval, hulpsecretaris Dr. G. Poilvache uit Brussel en raadgever Dr. Badot uit Charleroi.

In nr. 1 van het Sint-Lucasblad van 1959 verschenen enkele opmerkelijke artikels: één over: ‘Les inhibiteurs de l’ovulation’ door Dr. R. De Guchteneere en een ander over “De ziekte der ‘verantwoordelijken’, Manager disease” door Dr. F. Van Baarle. Prof. Lederer schreef een uitgebreid artikel over ‘L’assistance à la Bolivie’ en Dr. G. Temmerman uit Gent over ‘De houding van de geneesheer tegenover de bijzit’. Nihil novi sub sole !

Op 14 en 15 november 1959 vond te Leuven het Nationaal Congres van de Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas plaats onder het thema: De hervorming van het geneeskundig onderwijs. Talrijke vooraanstaande sprekers namen hier het woord, onder andere: Prof. Dr. Van Gehuchten, Prof. Dr. P. Regniers uit Gent, Prof. Dr. A. Lacquet uit Leuven, Prof. A. Lacroix uit Leuven Dr. O. Van Landschoot uit Namen, Prof. Dr. L. Garot uit Luik. Aanleiding tot het congres was de vaststelling dat de programma’s overladen waren, de cursussen te lang en te theoretisch, en daarbij ontbrak het aan praktische vorming. Allerlei oplossingen werden voorgesteld, onder andere een betere stageregeling in het laaste jaar; Prof. Dr. Regniers stelde voor in de kandidaturen die cursussen te schrappen die niet rechtstreeks voorbereiden op de studies in de geneeskunde. In de doctoraten zou het praktisch onderwijs in de ziekenzalen dienen uitgebreid te worden. Men pleitte ook voor een minder uitgebreide opleiding in de specialismen tijdens de doctoraten. Dr. L. Cassiers stelde voor de professorale leerstoel te splitsen in een titularis voor wetenschappelijke navorsing en één voor het onderwijs, van wie men dan ook pedagogische kwaliteiten zou eisen. Voor wat betreft de morele en spirituele vorming van de geneesheer stelde Dr. R. De Guchteneere dat “… le milieu universitaire à Louvain constitue encore en quelque sorte une petite chrétienté dans un monde spirituellement divisé. C’est dire que le contexte sociologique, qui a une grande influence sur le comportement humain, y est favorable à une vie personnelle inspirée des préceptes évangéliques”. Niettegenstaande dit stelt hij toch vast dat de moraliteit onder de katholieke geneesheren aan het dalen is, zoals in het hele medische korps.
In de besluiten van dit belangrijk congres noteren wij dat het onderwijs in de fysica en de scheikunde zou dienen toegespitst te worden op de biofysica en de biochemie. De anorganische scheikunde dient besnoeid te worden ten voordele van de organische. Het onderwijs in de plant- en dierkunde en de vergelijkende anatomie moet beperkt worden tot de algemene beginselen die voor de latere medische studies belangrijk zijn. De filosofische vakken kunnen in één enkele cursus samengebracht worden. Tijdens de eerste twee doctoraten dient het theoretisch onderwijs tot het noodzakelijke beperkt te worden ten voordele van het praktisch onderwijs tijdens zaalbezoeken. Verder stelde men dat in het vierde doctoraat een betere samenwerking beoogd diende te worden, enerzijds met de zieken en anderzijds met de stagemeester. Ook werd een lans gebroken voor het geven van een cursus over sociale geneeskunde.

Het 9de Internationaal Congres van Katholieke Geneesheren vond plaats te München van 25-31 juli 1960. De geneesheer in de technische wereld  was het algemeen thema. Vierhonderd congressisten uit 24 landen namen eraan deel. Ons land was vertegenwoordigd door 20 medici. Uit de landen met communistisch regime was er geen enkele deelnemer! De voorzitter van het congres, Dr. Norpoth, benadrukte in zijn conclusies dat de moderne techniek ontegenzeggelijk een zeer belangrijke vooruitgang van de geneeskunde heeft mogelijk gemaakt. De integriteit van de menselijke natuur mag echter niet in gevaar komen. De doorgedreven specialisatie mag niet leiden tot een orgaangeneeskunde. In de staten met totalitair regime is de arts enkel een ‘gezondheidstechnieker’. De buitengewone toename van de wereldbevolking is een van de gevolgen van de betere geneeskunde. Als oplossing hiervoor kan de katholieke geneesheer geen destructieve ingrepen op het leven aanvaarden.

Op 1 maart 1960 verhuisde het algemeen secretariaat naar het Katholiek Centrum, Yzerlaan 19 te Brussel.
De Sint-Lucasgilde der studenten te Leuven was in 1960 zeer actief. Prof. Renaer en Dr. Jan Vermeire hielden er verschillende voordrachten over seksuologie. Dr. Van Orshoven hield op 3 mei 60 een spreekbeurt over ‘De dokter op de buiten …’. De Association van Luik organiseerde een panelgesprek over ‘Moet de geneesheer alles in het werk stellen om het leven te verlengen?’ Op 23 maart 1960 nodigden zij hiervoor Dom Weissgerber van de abdij van Clervaux en Dr. Joris uit. Op 23 maart sprak prof. Dr. C. Heymans te Namen over ‘le Coeur…’. Op 27 april hield E.P. Cyrillus een voordracht voor de Gilde van Brugge over ‘Islam en kristendom’. Het nieuwe bestuur van Brugge was als volgt samengesteld: voorzitter Dr. L. Libbrecht, secretaris Dr. F. Deckmijn, proost E.H. Kan. Stock.
Op de vergadering van het Verbond op 8 mei 1960 werd de vraag gesteld of het Sint-Lucasblad/Saint-Luc Médical niet beter zou gesplitst worden. De meerderheid wenste echter ook de Franstalige artikels te lezen, liefst in de oorspronkelijke taal. Men drong aan op een verjonging van het blad. De vraag werd ook geopperd of er niet teveel gesproken wordt over seksuele problemen? De seksuele problemen waren echter niet de enige factor van geloofsafval, de collega’s waren bevreesd dat er bij ‘het publiek’ meer en meer een neurose op seksueel gebied aangewakkerd zou worden. De opkomst van jongeren laat te wensen over: dit werd toegeschreven aan de Sturm und Drang periode in het begin van de beroepsloopbaan. De algemene vergadering van de Association vond plaats op 22 mei 1960. Te Doornik ontstaat een ‘insluimering’ ten gevolge van onenigheid tussen de geneesheren en de mutualiteiten. De geneesheer wordt als technicus aanzien. De Franstalige Association van Brussel beklaagt zich over een geringe opkomst, mogelijks te wijten aan de grote waaier van ontspanningsmogelijkheden.

De jaarvergadering vond plaats op 16 oktober 1960. Prof. P. Van Gehuchten hield het welkomswoord. Hij verwees onder andere naar de Sint-Lucasdag te Leuven om de derde- en vierdedoctoraatsstudenten in het praktische leven in te wijden. Er waren honderdvijftig studenten aanwezig. Verder verwees hij ook naar de activiteiten van het Medico-Sociaal Secretariaat. Op verschillende vergaderingen besprak men de problemen van de honoraria en de onkostenregelingen in de ziekenhuizen. Het principe werd aangenomen dat de ziekenhuisgeneesheren recht hebben op hun honoraria. Anderzijds dienen de ziekenhuizen een vergoeding te ontvangen voor de lokalen en het personeel die zij ter beschikking van de geneesheren stellen. Hij verwees ook naar het Internationaal Colloquium over de Studie van de Sexualiteit dat te Leuven werd gehouden op 28 en 29 mei 1960 onder het voorzitterschap van Mgr. Suenens. Verder brak hij ook een lans voor de Medische Missie Actie niettegenstaande de droevige gebeurtenissen in onze voormalige kolonie.

De Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas nam in 1961 een standpunt in tegenover de Eenheidswet. “Zij is het volkomen eens omtrent de noodzaak een doeltreffende controle in de ziekteverzekering in te richten. Zij is echter krachtig gekant tegen het controlestelsel van de Eenheidswet omwille van zijn onnodige plagerijen en de onverantwoorde inbreuk tegen de rechten van de zieken. Het ontwerp doet ernstig afbreuk, en zulks zonder enig precedent, aan het beroepsgeheim wanneer het de geneesheren en hun medewerkers, onder bedreiging met correctionele straffen, wil dwingen om alle bescheiden, en zelfs de briefwisseling, betreffende hun zieken mede te delen”.

De Association de Saint-Luc Mons deelt de stichting mee van een nieuwe afdeling: Saint-Luc Centre met als voorzitter Dr. Geerts uit La Louvière. De Jeunesse Médicale de Saint-Luc te Luik organiseerde in 1961 een twaalftal bijeenkomsten waaronder twee uitstapjes. De Gilde van Limburg nodigde op 25 januari 1961 niemand minder dan Z. Exc. Minister Meyers uit, die kwam spreken over: ‘Actuele medische problemen’. De Sint-Lucas Gilde Brussel-Vlaams bleef vergaderen in de Gesù. De proost E.P. De Wit S.J. kwam er spreken over ‘De psychopathologie van de depressie’ in verband met het toenemend gebruik van tranquilisantia.

Op de raad van beheer van 9 mei 1961 wordt de herleving van de Gilde van Sint-Niklaas begroet. Voorzitter werd Dr. E. Koslowski, proost E.H. Lebacq, secretaris Dr. P. Deschepper, penningmeester Dr. M. Fivez. De eerste vergadering vond plaats op 17 mei 1961. Prof. Dr. Renaer kwam spreken over: ‘De Geboortenregeling’. In het verslag werd aangestipt dat ook de dames werden uitgenodigd. Blijkbaar was dit een nieuw initiatief.
Op de nationale raad van 11 juni 1961 staat ook vermeld dat de Gilde van Mechelen herrezen is.

In het Sint-Lucasblad van 1962 verschijnt een artikel van de hand van Dr. Herman Le Compte over: ‘Geriatrie, een nieuwe loot op de stam van de geneeskunde’. In datzelfde jaar publiceerde dezelfde auteur een handboek over Geriatrie.
Het Tiende Internationaal Congres van Katholieke Geneesheren vond plaats te Londen van 9 tot 13 juli 1962. Het werd georganiseerd door de F.I.A.M.C., de Fédération Internationale des Associations de Médecins Catholiques. Dit werd bijgewoond door 700 geneesheren uit 34 landen. Uiteraard waren vele landen van het Commonwealth vertegenwoordigd. Dr. Wibo, erevoorzitter, leidde de Belgische delegatie bestaande uit 20 artsen. Prof. Van Gehuchten werd weerhouden door de examens. Het congres was prachtig georganiseerd en de zittingen werden zeer getrouw bijgewoond. Merkwaardig detail: de vergaderingen vonden plaats in het Church House, deel uitmakend van Westminster Abbey, de anglicaanse kathedraal van de Church of England !

De viering van de 40ste verjaardag van de Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas vond plaats op 21 oktober 1962 in de Beneluxzaal van het Congressenpaleis te Brussel. Prof. Milliez uit Parijs en, oud-minister en senator Houben hielden een voordracht over: ‘De evolutie van de geneeskunde’. Prof. Van Gehuchten en prof. Haven hielden de inleidende toespraken. Zij brachten o.a. hulde aan Dr. Thulliez, secretaris-generaal sedert 1946 en aan Dr. de Guchteneere, hoofdredacteur van Saint-Luc Médical. Hij werd beschouwd als de denker, de filosoof en de socioloog van de Belgische Geneesherenvereniging Sint-Lucas/Société Médicale Belge de Saint-Luc. Op deze viering waren er een honderdtal aanwezigen waaronder Mgr. Descamps, rector van de Universiteit Leuven en Mgr. Boone die kardinaal Suenens vertegenwoordigde.

Op de vergadering van de Nationale Raad van 17 juni 1962 te Namen wensten talrijke afgevaardigden van de Gilden nauwer betrokken te worden met de besprekingen van de raad van Beheer. Hierop werd ingegaan: elke Gilde duidde een lid aan die verslag zou uitbrengen over de activiteiten van de Gilden. Op diezelfde Raad van Beheer werd besloten het Sint-Lucasblad te vernieuwen. De grote promotor hiervoor was Dr. Devos uit Gent, die namens de Gentse Gilde méér radicale veranderingen wenste aan te brengen dan het lettertype en het ‘kleedje’ van het blad. Hij pleitte ook voor een gehonoreerde redactiesecretaris… . De verkiezingen voor het Comité van het Verbond gaven volgende uitslag: voorzitter Prof. Haven; ondervoorzitter Dr. Libbrecht; secretaris Dr. Balis; adjunct-secretaris Dr. H. Janssens; raadgever Dr. Raskin. Dr. Laduron werd voorzitter van de Association en Mevr. Dr. Mossay adjunct-secretaris. Dr. Balis stelde op die vergadering de nieuwe presentatie van het Sint-Lucasblad/Saint-Luc Médical voor: onder één omslag twee afzonderlijke katerns, een Nederlandstalige en een Franstalige (in uitvoering vanaf 1963).

In nr. 3 van Saint-Luc Médical van 1963 publiceert Prof. Lederer een artikel over: ‘Le droit à la vie’ naar aanleiding van processen voor euthanasie in Nancy en Luik.
De Nationale Raad van Sint-Lucas vergaderde te Brugge op 19 mei 1963. In het verslag noteren wij dat Hasselt 110 leden telde, Brugge 56, Turnhout 100, Mechelen 35, Aalst 60, Sint-Niklaas 50. Vlaams-Brussel 25 en Gent 20. Daarbij was er een Sint-Lucasgilde Leuven en een Cercle Médical de Saint-Luc Louvain. Op deze Raad van Bestuur werd Dr. Ch. de Gheldere verkozen tot voorzitter, Dr. Thulliez bleef secretaris-generaal, Dr. M. Kivits secretaris en Dr. Gillis penningmeeester. Prof. Van Gehuchten, uittredende voorzitter vervulde deze functie gedurende acht jaren.
De Nederlandstalige katern van het Sint-Lucasblad nr. 3 van 1963 is vrijwel geheel gewijd aan een discussieavond over homoseksualiteit gehouden te Antwerpen. Het eerste artikel is geschreven door Pierre Coessens, commissaris van de gerechtelijke politie van Antwerpen: ‘Homosexualiteit en Politie’; Dr. P.I. Carpentier uit Antwerpen handelt over: ‘Het probleem van de homosexualiteit in de zin van de lichamelijke etiologie’ en Dr. H.T. Piron psychiater uit Antwerpen over: ‘Enkele psychopathologische beschouwingen bij het verschijnsel der homosexualiteit’.

(wordt vervolgd)